In de Verenigde staten wordt momenteel hard gewerkt om het recht op een veilige zwangerschapsafbreking af te schaffen. Honderden demonstranten namen op zaterdag 7 mei deel aan de solidariteitsdemonstratie die op de Dam in Amsterdam plaatsvond. Onze Bahareh Goodarzi hield een vurige speech over ongelijkheid in de toegang tot abortus in Nederland en waarom het belangrijk is dat we hier niet achteroverleunen.
Geschreven door Julia Tankink
In 2021 werden er in Nederland officieel 178.506 kinderen levend geboren. Tenminste, dat is het aantal kinderen dat in de landelijke geboortecijfers wordt meegeteld, jaarlijks gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wie er echter ontbreken in deze cijfers, zijn kinderen van ouders zonder Burgerservicenummer (BSN). Vaak zijn dit kinderen van ouders die naar Nederland gevlucht zijn, maar die (nog) geen verblijfsvergunning hebben. Hoe komt het dat we deze kinderen niet meetellen in Nederland? En welke gevolgen heeft dit voor hun kans op een ‘kansrijke start’?
Volgens de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties is er op dit moment wereldwijd een recordaantal van bijna 90 miljoen mensen op de vlucht. Van deze mensen bereikt een klein deel Europa – een nog kleiner deel van hen komt in Nederland terecht en vraagt hier asiel aan (UNHCR, 2022). In 2021 hebben ongeveer 25.000 mensen een eerste asielverzoek in Nederland ingediend (CBS, 2022). Sinds het “piekjaar” van asielaanvragen, worden ieder jaar meer dan 500 kinderen geboren met een moeder die in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) verblijft. Bij meer dan de helft van de geboortes was de moeder al zwanger bij aankomst in de COA-opvang (Tankink & Verschuuren et al., 2021).
Een aanzienlijk deel van de baby’s van ouders met een onzekere verblijfsstatus in Nederland zal nooit verschijnen in de jaarlijkse geboortecijfers van het CBS. Deze ‘onzichtbaarheid’ wordt in het geval van asielzoekers veroorzaakt doordat vrouwen die kort na aankomst in Nederland bevallen vaak nog niet over een BSN beschikken. Het Nederlandse asielbeleid schrijft voor dat asielzoekers zich in de meeste gevallen pas na zes maanden verblijf kunnen inschrijven in de zogenaamde Basisregistratie Personen (BRP, vroeger de Gemeentelijke Basisadministratie). Pas bij inschrijving in de BRP krijgen asielzoekers een BSN. Ook mensen die in Nederland verblijven zonder verblijfsvergunning (ongedocumenteerden), bijvoorbeeld omdat hun asielaanvraag is afgewezen, kunnen geen BSN aanvragen. Zonder dit ‘digitale paspoort’ blijven er in Nederland voor hen veel deuren gesloten: zo kunnen mensen zich niet verzekeren, kunnen zij niet legaal werken en is zelfs het openen van een bankrekening niet mogelijk.
De maatschappelijke uitsluiting van mensen zonder BSN raakt echter ook volgende generaties. Een kind waarvan geen van beide ouders een BSN heeft kan bij geboorte niet ingeschreven worden in de BRP en ontvangt daardoor ook niet direct een BSN. Door dit simpele feit bestaat dit kind voor de Nederlandse overheid eigenlijk niet: hoewel de gemeente wel een geboorteakte uitgeeft bij de aangifte van een geboorte, wordt deze niet doorgegeven aan het CBS – en dus niet meegeteld in de geboortecijfers.
Het gebrek aan een BSN leidt nog tot meer problemen, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek naar de perinatale gezondheid van moeders en baby’s met een onzekere verblijfsstatus. Bij het aanleveren van gegevens aan Perined (de landelijke perinatale registratie) hebben zorgverleners namelijk geen mogelijkheid om de wettelijke status van zwangeren – bijvoorbeeld als ongedocumenteerde, asielzoeker of statushouder – aan te geven. Ook op de zwangerschapskaart wordt hier niet structureel notitie van gemaakt. Hun gegevens kunnen ook niet – zoals dat bij vrouwen mét BSN wel kan – gekoppeld worden aan andere data, waardoor er vanuit Perined nauwelijks inzicht is te krijgen in de zwangerschapsuitkomsten van (recente) asielzoekers en ongedocumenteerden.
Bureaucratische barrières beperken zo het zicht op de gezondheid van moeders en baby’s met een onzekere verblijfsstatus. En dat terwijl de weinig beschikbare studies waarin deze vrouwen geïncludeerd waren een somber beeld schetsten. Zo kwam perinatale sterfte bij zwangeren woonachtig in het Asielzoekerscentrum in Ter Apel zeven keer vaker voor dan bij mensen uit de regio (Verschuuren et al., 2020). Ook hadden asielzoekers in eerdere Nederlandse studies veel meer kans op ernstige complicaties tijdens de zwangerschap en zelfs op sterfte in het kraambed (Van Hanegem et al., 2011; van Oostrum et al., 2011). Bovendien ontvangen zij vaker suboptimale zorg, zoals wanneer tolken niet worden ingezet bij een taalbarrière, er door overplaatsingen telkens wisselende zorgverleners verantwoordelijk zijn, of er vertraging in de zorg optreedt, bijvoorbeeld door communicatie- of vervoersproblemen (van den Akker et al., 2016; Verschuuren et al., 2020). Ook onder ongedocumenteerden laat het beperkte onderzoek in binnen- en buitenland veelal een hoge prevalentie van ongunstige maternale en perinatale uitkomsten zien (Gieles & Tankink et al., 2019).
In augustus 2022 berichtten de media over het overlijden van een baby in de sporthal van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Verschillende instanties, waaronder de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, doen nog onderzoek naar de omstandigheden van het overlijden. Hoe dan ook onderstreept de huidige crisissituatie in Ter Apel het belang van passende en veilige zorg voor nieuwkomers. Hiervoor is tevens meer onderzoek nodig, om te begrijpen hoe zwangeren met een vluchtachtergrond en hun zorgverleners het best ondersteund kunnen worden, welk beleid aanpassing vereist, en hoe we de onacceptabele gezondheidsverschillen tussen moeders en baby’s met een onzekere verblijfsstatus en andere groepen in Nederland zo snel mogelijk kunnen verminderen.
“Ieder kind in Nederland verdient de best mogelijke start van zijn of haar leven en een optimale kans op een goede toekomst”, aldus het actieprogramma Kansrijke Start van VWS. Met deze boodschap in gedachten zouden we daadwerkelijk iéder kind moeten meetellen. Om te beginnen door duidelijke en vindbare registratie bij de geboorte, liefst met een BSN. Een kansrijke start begint in een land waarin niemand ‘onzichtbaar’ geboren wordt.
Julia Tankink, als arts-onderzoeker verbonden aan het EGALITE project waarin een toolkit ontwikkeld wordt voor de geboortezorg aan asielzoekers en statushouders in Nederland.
Referenties
CBS (2022). Asielinstroom 2021 vooral tweede helft van het jaar toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/05/asielinstroom-2021-vooral-tweede-helft-van-het-jaar-toegenomen
Gieles, N. C., Tankink, J. B., van Midde, M., Düker, J., van der Lans, P., Wessels, C. M., … & Browne, J. L. (2019). Maternal and perinatal outcomes of asylum seekers and undocumented migrants in Europe: a systematic review. European journal of public health, 29(4), 714-723.
NOS (2022). Geschokte reacties in Den Haag op dood baby Ter Apel, inspecties doen onderzoek. Nederlandse Omroep Stichting. https://nos.nl/artikel/2441929-geschokte-reacties-in-den-haag-op-dood-baby-ter-apel-inspecties-doen-onderzoek.
UNHCR (Global Data Service), Statistics and Demographics Section. (2022). Global Trends: Forced Displacement in 2021. Copenhagen, Denmark.
Tankink, J. B., Verschuuren, A. E., Postma, I. R., van der Lans, P. J., de Graaf, J. P., Stekelenburg, J., & Mesman, A. W. (2021). Childbirths and the Prevalence of Potential Risk Factors for Adverse Perinatal Outcomes among Asylum Seekers in The Netherlands: A Five-Year Cross-Sectional Study. International Journal of Environmental Research and Public Health, 18(24), 12933.
Van den Akker, T., & van Roosmalen, J. (2016). Maternal mortality and severe morbidity in a migration perspective. Best practice & research Clinical obstetrics & gynaecology, 32, 26-38.
Van Hanegem, N., Miltenburg, A. S., Zwart, J. J., Bloemenkamp, K. W., & Van Roosmalen, J. O. S. (2011). Severe acute maternal morbidity in asylum seekers: a two‐year nationwide cohort study in the Netherlands. Acta obstetricia et gynecologica Scandinavica, 90(9), 1010-1016.
Van Oostrum, I. E., Goosen, S., Uitenbroek, D. G., Koppenaal, H., & Stronks, K. (2011). Mortality and causes of death among asylum seekers in the Netherlands, 2002–2005. Journal of Epidemiology & Community Health, 65(4), 376-383.
Verschuuren, A. E. H., Postma, I. R., Riksen, Z. M., Nott, R. L., Feijen-de Jong, E. I., & Stekelenburg, J. (2020). Pregnancy outcomes in asylum seekers in the North of the Netherlands: a retrospective documentary analysis. BMC pregnancy and childbirth, 20(1), 1-10.
Zie ook het factsheet van de GGD GHOR (in samenwerking met het EGALITE project, het Universitair Medisch Centrum Groningen, het COA en de Rutgers Stichting) over geboortes in COA-locaties.