De term obstetrisch geweld komt uit activistische moedergroepen uit Zuid-Amerika begin deze eeuw. Met deze provocatieve benaming wilden moeders zichtbaar maken wat onzichtbaar bleef: de toe-eigening van hun lichaam door de verloskundige zorg. Verwaarlozing en onnodig, te laat, of zonder toestemming ingrijpen zijn inmiddels bekende voorbeelden van obstetrisch geweld. In 2019 is er een rapport van de Verenigde Naties verschenen waarin wordt aangetoond dat obstetrisch geweld een wereldwijd probleem is. De vroedvrouw Rebekka Visser en de Geboortebeweging lieten als eerste zien dat obstetrisch geweld ook in Nederland een serieus probleem is. 

De transitie naar het moederschap is lichamelijk en geestelijk een heftige gebeurtenis. De verbinding met jezelf en anderen wordt opnieuw gedefinieerd. Sommige kraamvrouwen beschrijven het zelfs als een ‘spirituele tijd’. Zou een kraambedpsychose tegen die achtergrond niet beter te begrijpen zijn? Te erkennen dat zo’n golf van veranderingen zo krachtig kan zijn dat een moeder op drift kan raken? Het medische model blijkt weinig houvast te bieden voor de kersverse moeder om haar ervaringen te begrijpen. Er bestaan andere invalshoeken om psychoses bij kraamvrouwen te benaderen, en andere manieren om hulp te bieden.

Het Vroede Geluid maakte voor jullie een longread gebaseerd op het symposium “Moeder op Drift – Postpartumpsychose anders benaderd’ ” georganiseerd op 28 mei 2021 door de werkgroep Te gekke moeders en de Stichting Psychiatrie en filosofie.

[Link: https://www.psychiatrieenfilosofie.nl/moeder-op-drift]

De longread bestaat uit twee bijdragen van die dag; de film van Cynthia Dorrestijn en de lezing van Rodante van der Waal. Beiden bieden een andere kijk op ‘kraambedpsychose’.